Bijna niemand op Mallorca ontvangt een “minimuminkomen”

Laat Voorlezen? ↑↑⇑⇑↑↑ | Leestijd van het artikel: ca. 4 Minuten -

Slechts 2,8 % van de mensen die onder de armoedegrens op de Balearen leven, ontvangt een integratie-inkomen, volgens het “Rapport over het minimum integratie-inkomen” van 2024 van het Ministerie van Sociale Rechten, gepubliceerd door de nationale vereniging van directeuren en managers van sociale diensten.

De Balearen zijn een van de slechts vier autonome regio’s die hun budget voor het minimuminkomen (RMI) sinds 2020 hebben verhoogd na de goedkeuring van het nationale minimuminkomen (IMV), door 38,3 miljoen euro beschikbaar te stellen in 2024, 58,4 % meer dan in 2020.

De Canarische Eilanden met een stijging van 139,1 % en de Balearen met 58,4 % gaan aan kop wat betreft de stijging van de investeringen, gevolgd door de regio Valencia (8,7 %) en Baskenland (4,7 %).

Leestip:  Ontslag van minister Pedro Bestard geëist
KNMR - Jouw donatie geeft redders de middelen om uit te varen – weer of geen weer

Het aantal RMI-ontvangers op de Balearen is gedaald van 19.256 ontvangers in 2020, voordat er sprake was van de IMV van de staat, tot 4.554 in 2024, wat neerkomt op een daling van 76,3 %. Het gemiddelde bedrag per RMI-ontvanger komt overeen met 33,6 % van het gemiddelde gezinsinkomen op de Balearen, de regio waar het het dichtst bij het gemiddelde inkomen ligt, aangezien de RMI in Spanje in totaal 15,3 % van het gemiddelde inkomen uitmaakt. 64 % van de ontvangers van een minimuminkomen op de Balearen zijn vrouwen.

Op de Balearen bedroeg het armoederisico in 2024 13,2 %, wat betekent dat 162 593 mensen in deze situatie verkeerden.

De regio’s Madrid, Aragón, Castilië-La Mancha, Castilië-León en Andalusië hebben hun integratie-inkomen voor mensen die onder de armoedegrens leven bijna volledig geschrapt na de goedkeuring van het nationaal minimuminkomen (IMV). Het IMV is een sociale uitkering van de staat die wordt beheerd door de sociale zekerheid en die bedoeld is om personen of huishoudens in economische nood een minimuminkomen te garanderen. Het wordt geregeld door een verordening uit 2021.

Vóór de IMV beheerden veel autonome regio’s het minimuminkomen voor integratie (RMI), een regionale uitkering voor gezinnen die te maken hebben met sociale uitsluiting of armoede. Met de invoering van de IMV hebben veel regio’s hun budgetten op dit gebied verlaagd. Tot de regio’s die deze beslissing hebben genomen, behoren in deze volgorde: Madrid (-95 %); Aragón (-92,6 %); Castilië-La Mancha (-88,2 %); Castilië en León (-80,7 %) en Andalusië (-79,8 %). “In de afgelopen drie jaar – sinds de invoering van de IMV – is het aantal begunstigden met meer dan 170.000 gedaald en hebben dertien autonome regio’s hun uitgaven voor het minimuminkomen voor integratie verlaagd”, aldus het laatste rapport over het minimuminkomen voor integratie, gepubliceerd door het ministerie van Sociale Rechten.

Aan de andere kant van de schaal verhogen slechts vier regio’s hun budget: de Canarische Eilanden (139,1 %), de Balearen (58,4 %), de regio Valencia (8,7 %) en Baskenland (4,7 %). In drie regio’s bereikt het minimuminkomen niet eens 1 % van de mensen onder de armoedegrens: Castilië-La Mancha (0,1 %), Madrid (0,4 %) en Andalusië (0,6 %). In twee andere regio’s bereikt het niet eens 2 %: Castilië en León (1,2 %) en Murcia (1,3 %). Anderzijds bedraagt het gemiddelde RMI in Aragón nog geen 1,5 % van het gemiddelde inkomen in de regio.

Het genoemde rapport wijst erop dat zes op de tien ontvangers van het minimuminkomen vrouwen zijn, 23,4 % jonger dan 35 jaar is en meer dan 87.000 minderjarigen in gezinnen leven die een minimuminkomen ontvangen.

De bezuinigingen op de RMI-budgetten in de meeste regio’s betekenen dat in de drie jaar sinds de goedkeuring van het minimuminkomen de opwaartse trend die sinds 2011 te zien was, is doorbroken, met een totaal verlies van bijna 400 miljoen euro, zoals ook in het genoemde rapport wordt vastgesteld. Slechts 6,1 % van de bevolking onder de armoedegrens in Spanje heeft geprofiteerd van de RMI die door de autonome regio’s wordt aangeboden. Dit percentage is sinds 2015 gedaald, nadat het dat jaar met 8,7 % zijn hoogtepunt had bereikt, met uitzondering van het pandemiejaar (2020).

Bron: agentschappen